Geboren 29 oktober 1920 's-Hertogenbosch
Gesneuveld 12 mei 1940 Veenendaal Begraven te Driebergen Dpl. Miltr. III-8 R.A. Zijn ouders schreven nog aangaande hem:Het zij vermeld dat onze zoon Jacobus F.L. Oomis doodelijk verwond werd te Veenendaal in de nacht van 11 op 12 mei en daarna vervoerd naar de hoofdverbandplaats Seminarie te Driebergen waar hij is overleden en aldaar is begraven op de nieuwe algemeene begraafplaats in het Militaire Graf No. 9 waar hij met 12 kameraden rust.
LevensbeschrijvingKoos Oomis officiëel Jacobus Franciscus Leonardus Oomis.
Deze jongeman is gesneuveld in de leeftijd van nog maar negentien jaren in de nacht van 11 op 12 mei 1940. Geboren 29 october 1920 zou hij dus pas over 5 maanden 20 jaar geworden zijn. Ik herinner me nog zo levendig, dat zijn moeder mij vertelde toen ik haar in de stad ontmoette, dat Koos onder dienst gegaan was. Er zat zorg in haar stem; zorg, die zich uitsprak in het opnoemen van Koos' goede eigenschappen; zijn ijver en ambitie in zijn vak, zijn zorg en vriendelijkheid om haar, zijn gehechtheid aan zijn kleine zusje en broertje, de grote tevredenheid van zijn baas over hem.
Koos is 8 jaren leerling geweest van de RK. Bizondere School der Eerw. Fraters aan de Kuipertjeswal 18 te 's Hertogenbosch.
Vanaf de eerste dag tot de laatste toe heeft hij daar zijn bizondere eigenschappen gehad n.l. dat hij altijd min of meer hees of schor was in zijn stem, en dat hij graag een beetje bromde, al meende hij daar ook niets van. Overigens was hij een gewoon leerling, die altijd netjes voor de dag kwam; die er eens tegenliep; die ook weer eens 'n pluimpje kreeg.
Hij was geen bizonder student, maar had wel aanleg voor tekenen. Dat deed hij graag en goed en dat klopt dan ook met zijn later beroep.
In de tijd, dat hij de school verliet, was de werkeloosheid de grootste plaag voor de rijpende jeugd. Gelukkig dachten zijn ouders er ook zo over en deden hem daarom na zijn schooltijd, toen er nog geen werk voor hem te vinden was, op de zogenaamde werkelozenschool in de centrale werkplaats, de oude constructiefabriek, om daar onder leiding van den Heer v. Zandbeek te worden opgeleid in het schildersvak.
Met hetzelfde doel bezocht hij ook twee jaar de tekenschool van de plaatselijke K.T.A.
Na vanaf zijn 16de jaar een paar kleinere werkgevers gehad te hebben, gedurende korten tijd, is hij bij 't bekende Bredero's Bouwbedrijf (B.B.B.) voor vast in dienst gekomen en daar gebleven tot hij voor zijn diensttijd moest opkomen. Hij mocht daar, ondanks zijn betrekkelijk jeugdige leeftijd zelfstandig werken, wat pleit voor zijn bekwaamheid en het vertrouwen dat de grote firma en haar uitvoerders in hem stelden. Zo werkte hij o.a. te Deventer, Zutphen, Bloemendaal, Venlo, Breda, Tilburg en Eindhoven.
Voor zijn goede verstandhouding tot zijn meerderen pleit wel, dat de uitvoerder onder wien hij 't laatste werkte, speciaal van Eindhoven naar den Bosch kwam om van hem afscheid te nemen, toen hij naar 't leger ging. 't Was een aardige jongen. Kind van zijn tijd, hield hij van Swing- en Jazzmuziek en bioscoop; was een echt liefhebber van de zwemsport en vond altijd tijd om te lezen. Hij was rechtschapen en eerlijk en had een hekel aan onenigheid. De vrede was hem lief, maar de wrede oorlog bracht hem zo vroeg de dood. Hij stierf in de nacht van 11 op 12 mei. Zijn wonde aan het been, zou op zich zelf niet dodelijk geweest zijn, maar hij lag verlaten, er was niemand om hem te helpen, zodat hij te veel bloed had verloren toen hij kon behandeld worden. Een aalmoezenier heeft hem nog de laatste H.H. Sacramenten toegediend, waarna hij kalm is overleden te Venendaal op Pinkstermorgen 12 mei 1940.
Deze levensschets is geschreven door Frater Rodulfus, Hoofd der bovengenoemde school gedurende al de tijd, dat Koos die school bezocht.
| 26 |
Documentatie betreffende gesneuvelde Bosschenaren (1947) 26
René Kok, 'Wegens bijzondere omstandigheden...' : 's-Hertogenbosch in bezettingstijd 1940-1944 (2008) 374-375